Walvissen

De volgende dag gaan we na het uitchecken nog mee met een walvis safari van een halve dag. Dit is echt geweldig. In een baai vlakbij Fraser eiland komen de walvissen ieder jaar op hun toch van antartica (waar ze “wonen”) naar warmer water (om hun “calf” op de wereld te zetten) even langs om te spelen. De jongen walvissen krijgen “les” in springen, met hun staart op het water slaan en toeristen vermaken. Je ziet heel duidelijk de kleintjes een beetje met hun staart op het water slaan en voorzichtig met hun koppie boven water komen. Vervolgens komt moeder voor de helft het water uit en komt met een enorme splash en kabaal weer in het water terecht waarna de kleine het gewoon na doet. Ontzettend leuk om te zien. We bekijken eerst een moeder-kind setje en varen daarna verder op zoek naar meer. We vinden later nog een setje waarna het na een tijdje een aantal setjes blijken. We hebben echt een geweldige ochtend.

En dan moeten we nog ruim 400 km rijden naar Rockhampton. We doen geen d-tours omdat we liever niet in het donker rijden omdat er dan grote kans bestaat dat je kangoeroe’s aanrijdt en dat willen we absoluut niet. We komen om half zeven aan, als het al donker is, maar geen problemen gehad. In Rockhampton eten we bij Pacino’s. Marieke neemt een pizza Vesuvius, deze is gevuld met hele scherpe salami. De rest van de avond is ze stil en rent ze af en aan naar de kraan.


Grotere kaart weergeven

Walvis video’s:

Weer vroeg op, pfff. Begint bijna op werk te lijken. Dit keer voor een 4wd bus tour rond het eiland. Het is bewolkt en twee grote touring car bussen op een 4wd vrachtwagen onderstel brengen ons langs de highlights van het eiland.

Onze eerste stop is de “Stonetool Sandblow”. Deze zandverstuifing verplaatst elke dag een behoorlijke hoeveelheid zand land inwaards. Een mooi uitzichtpunt en we stoppen er dan ook alleen voor een foto.
Volgende stop is Eilie creek. Dit is een mooie zoetwater rivier. Je kan met een boardwalk een stuk landinwaards lopen om dan vervolgens terug te lopen door het water, terug naar de kust. Lekker verfrissend dus daar zijn wij wel voor in. Al hoewel het niet zulk mooi weer is, het regent af en toe, is het wel warm. Over het strand rijdend komen we eerst een dingo tegen. nu hadden we al gehoord dat er veel ongelukken met deze wilde dieren gebeuren omdat ze zo vreselijk op honden lijken. Kinderen gaan ze dan aaien en mee spelen. Maar het blijft een wild dier dus hij zegt een keer hap. En inderdaad hij lijkt vreselijk op een hond. Als je niet beter wist, zou je het een hond noemen.
We rijden verder over het strand naar een groot scheepswrak. Dit wrak ligt hier al sinds 1935 en het is dan ook al behoorlijk aan het vergaan. Het ligt namelijk in de branding van de zee. Zout en lucht afwisselend, is duidelijk niet goed voor de lak. Het is behoorlijk verroest.

Tijdens het nemen van foto’s van dit wrak moet je wel voorzichtig doen. Langs het wrak rijdt namelijk gewoon verkeer. Het strand is de highway van dit eiland en dat is duidelijk te merken aan al het verkeer wat langs rijdt. Er mogen hier alleen maar 4wd auto’s komen en dat is niet voor niets. Even vergeet Marieke tijdens het foto’s maken van het strand dat het een weg is en meteen getoeter… sorry.. het komt nu eenmaal niet vaak voor dat je op het strand en de highway tegelijk staat dus dat vergeet je wel eens.

We rijden weer door en komen bij bergen met gekleurd zand (Coloured Sand). En inderdaad het heet niet voor niets zo. Langs het strand zien we opeens bergen met zand waarbij allerlei lagen gekleurd zand te zien zijn.

Na de iets wat tegenvallende Lunch (koude kippenpootjes) rijden we nog naar Central station. Een centraal punt op het eiland voor de houtkap. Omringt door regenwoud. Hier hebben we een stukje gelopen. Daarna nog als laatste stop naar Lake MacKenzie. Dit moet echt een prachtig strand zijn met een prachtig meer, als het zonnetje schijnt. En helaas het is alleen maar meer gaan regenen. Dit geeft een wat treurige sfeer, maar Marieke kan het toch niet laten om te gaan zwemmen. Het zand en het water zorgen er trouwens wel voor dat je sieraden weer heel mooi gaan glimmen. Maar onze trouwringen zijn nog zo nieuw, die glommen sowieso nog.

Naar Fraser

Vroeg op voor onze volgende rit naar Harvey Bay. Vanuit daar vertrekt de ferry naar Fraser Island. Het grootste zand eiland ter wereld. De vertrektijden van de ferry waren niet helemaal duidelijk dus we wilde er vroeg zijn om geen risico’s te lopen met de boot. Om 12 of 13 komen we aan in Harvey Bay, maar de boot blijkt net vertrokken. De volgende gaat pas om 16:00. We gaan op een terrasje, aan het water zitten en zien de zee steeds ruwer worden. Het gaat ook steeds harder waaien en de lucht begint te betrekken. Als we om 16 uur vertrekken is er aan het weer niets veranderd. Gelukkig zijn de vaarrichting en de wind gunstig, zodat de boot er goed doorheen komt. Gigantische plassen water spatten langs de boot.

Aangekomen op Fraser Island schrijven we ons weer in voor een nachtwandeling. De gloeiwormen waren vorige keer zo goed bevallen dat we nog wel een keer een wandelingetje in het duister wilde maken. Het aantal deelnemers was alleen dit keer beperkt. Waar vorige keer iets van 20 mensen mee waren, waren het er nu 4. Plus de twee begeleiders. Een van de begeleiders had een facinatie voor spinnen en ze heeft er een aantal uit hun hol gelokt om ze te laten zien. Ook een aantal giftige. Een wolfsspin ter grote van een tennisbal, was gelukkig niet thuis. Op de steiger waar we ‘s middags met de ferrie waren aangekomen zagen we in het water een manta ray (of stingray). Eerst alleen een kleintje, maar later ook een grote. Verder hielden de nachtdieren zich goed verstopt, de rest van de wandeling hebben we niets meer gezien.


Grotere kaart weergeven

Surfen

Uit de receptie hebben we foldertjes gehaald over wat er te doen is in de omgeving. Bijna alles
had met water te maken. Zeekajaken, jetskieen, surfen, speedboottripjes, (katamaran-)zeilen, etc. etc. Onze keuze valt op surfen. Leren surfen wel te verstaan. Sander mag dan wel het windsurfen onder de knie hebben, het golfsurfen is ook voor hem een nieuwe uitdaging. De volgende dag dus naar het strand van Noosa (ca. 15 minuten met de auto, gek he dat we het wandelend niet hebben gevonden). Om 13:00 krijgen we een rood shirt aangemeten. Deze shirtjes zijn 100% uv bestendig, wat ook wel nodig is vanwege de felle zon. Veel mensen dragen deze shitjes ook als ze gaan zwemmen. Alsof we in een aflevering van Baywatch beland zijn liggen we droogoefenend op het strand. Tenen op het uiteinde van je plank. Rechtvoet omhoog. Borst omhoog. Kont omhoog. Rechterbeen naar voren zwiepen. Door je knieen en staan. Armpjes in een mooie surf houding en gaan…. Ja, op het strand lijkt het allemaal vanzelf te gaan. Maar ja, nu het water in. Raar genoeg gaat het daar eigenlijk ook erg goed. De ‘dude’ die alles uitlegt houdt je board vast tot er een goede golf aankomt en geeft je dan een setje mee. Nog even geen gedoe met peddelen en de juiste golf spotten. Binnen paar keer oefenen staan Marieke en ik allebei op ons board en surfen we onze weg naar het strand. Na een leuk ritje van 30 seconde ben je alleen weer 5 minuten bezig terug te peddelen naar de plek waar de surfdude in zee staat. Na iets meer dan een uurtje even rust en daarna mogen we zelf pedelen. Dat maakt het verhaal toch weer wat gecompliceerder. Te vroeg en je krijgt niet voldoende kracht mee van de golf en voor je staat lig je stil in het water en val je om. Te laat, dan wordt de achterkant van je plank zo hoog opgetilt door de golf waardoor je neus onder water komt. Je plank sneller afremt dan je zou willen en je voorover in zee beland. Pfff.
Uiteindelijk lukt het ons allebei om zelf peddelend een golf te pakken en naar het strand te rijden.
Op de terug weg bepalen we dat we een keer geen patat als avond eten willen, we duiken de supermarkt in en halen magnetronpannekoeken, die we heerlijk op het terras van onze kamer op eten. ‘s Avonds uit bed nog even het nieuwe seizoen van House kijken. Aaaahh, wat een dag!

Na een lang weekend bij Brendan te zijn geweest was het voor ons weer tijd om door te gaan. Volgende stop: Noosaville. We nemen de senic route door het binnenland en lunchen bij “Lake Baroon”. Je mag niet het water in vanwege de blauw alg, maar de bbq’s zijn gratis. Komt dat even goed uit dat we net in de supermarkt eieren en worstjes hebben gekocht. We starten de bbq en gooien onze worstjes erop. We hadden bij verschillende stops al publiekelijke bbq’s zien staan en ze zagen er steeds goed uit. Voor de zekerheid toch maar even de worsten in een aluminium bakje gedaan. Deze bakjes hebben we hiervoor van Delwyn meegekregen en komen nu dus erg goed van pas. Na de lunch vervolgen we onze reis door wat de Aussies hinterland noemen. We rijden over leuke bergweggetjes door een glooiend landschap met her en der een wat grotere berg. De hele weg worden we ook achtervolgt door een brandlucht. De radio meldt ook een bosbrand, maar die is te ver weg om te ruiken.

Het resort waar we in Noosaville zitten is prima. Alleen ontbreekt op het kaartje van de receptie een schaalverdeling. Hierdoor slaat bij onze jacht naar het avond eten de stress toe, als we na 15 minuten lopen nog steeds geen boulevard of winkelstraat zijn tegengekomen. Terwijl het op het kaartje zo dichtbij leek. De receptioniste deed ook voorkomen dat het heel dichtbij was. Uiteindelijk belanden we in de bar van de plaatselijke jachthaven.


Grotere kaart weergeven

Vandaag zijn we naar Wet ‘n Wild geweest. Dit is een soort pretpark maar dan met alleen maar glijbanen. Echt geweldig! Dus niet alleen maar een gewone slingerende glijbaan, maar ook hele speciale. Bijvoorbeeld helemaal in het donker of zo steil naar beneden dat je met je lichaam los komt van de glijbeen. Veel glijbanen waar ook met een band waarin je kon zitten. Het weer was geweldig. 30 graden en af en toe een beetje bewolking. We hebben ‘s middags een klein beetje regen gehad maar dag was niet erg, we waren toch al nat van het zwembad.

De volgende dag vonden we het jammer om meteen te vertrekken. We hebben eerst een tree-top walk gedaan. Er waren hangbruggen in de toppen van de bomen gemaakt zodat je het regenwoud vanuit het oogpunt van een vogel kon zien. Dat was erg leuk, maar dat kleine stukje lopen koste ons maar een kwartiertje. Daarom zijn we een klein stukje met de auto gaan rijden om iets verderop een stuk te wandelen naar een uitkijkpunt. Dit was maar 3 kilometer kopen, maar dat was genoeg, omdat we ook weer verder moesten.

We zijn na die korte wandeling naar Brisbane gereden. Dit was slechts twee uur rijden. Daar zijn we op bezoek gegaan bij Brendan en Grant (Brendan is Sander’s neef). We werden eerst welkom geheten door de beide heren en de twee lieve hondjes. Na een lekker drankje hebben we het huis bekeken en zijn we uit eten gegaan. We hebben een heerlijke maaltijd gekregen van hen als huwelijkscadeau.


Grotere kaart weergeven

Volgende dag zijn we met Brendan naar de kust gereden (Gold Coast). We hebben daar heerlijk rustig op het strand gelegen en zelfs even gezwommen in de zee. Er waren ontzettend hoge golven. De lifeguards hadden het erg druk om iedereen tussen de vlaggen te houden waar tussen het veilig is om te zwemmen. Maar door de enorme stroming die er was, werden ook wij steeds buiten de vlaggen gedreven.

Na een heerlijke zonnige dag zijn we terug gegaan en hebben we thuis een heerlijke bbq gehad. Ze hebben hier zo’n enorme bbq waarvan wij altijd zeggen dat het een complete keuken is voor in de tuin. Maar hier vinden ze het nog steeds een hele kleine. Na het eten nog lekker een film gekeken en daarna slapen.

Na ons gloeiwormen avontuur wilde we wel wat meer van het regenwoud zien. Het O’Reilly’s guesthouse waar we zaten bood verschillende guided tours aan, maar twee belgen die we tegenkwamen vertelde ons dat de routes op je zelf ook heel goed te lopen waren. Dus we hebben een rond wandeling gemaakt van ongeveer 15 kilometer (dat zagen we natuurlijk op de datalogger).
Prachtige wandeling waarbij je echt van die enorme bomen ziet, die je ook op tv ziet als er iets over het regenwoud is. De tocht bracht ons langs een heleboel watervallen en dan was de lucht en de omgeving echt heel vochtig. Rondom de watervallen waren de planten ook veel groener.

Na deze mooie wandeling zijn we ook nog even in de spa gaan zitten. Heerlijk om vanuit een warm bubbelbad naar de ondergaande zon te kijken. Echt vakantie.

De lonely planet heeft het over een hippie stad, ‘het centrum van de alternative levensstijl’. Nou niet als wij er zijn. Alle hippies zijn massaal op vakantie. Op een paar zweverige winkels met henna tattoos na had het elke andere badplaats kunnen zijn. Wel veel backpackers, heel veel backpackers. We rijden richting de vuurtoren, tevens het meest oosterlijke punt van Australië. Van onder aan de vuurtoren heb je een mooi uitzicht over de zee en de bay waar Byron Bay aan ligt. De wind is sinds gister niet gaan liggen. Door de wind voel je het niet zo, maar het zonnetje brandt er al lekker op los. We lopen nog wat verder naar een uitzichtpunt wat lager. Hier zien we weer walvissen. Waarschijnlijk zijn ze de wind ook zat, want ze blijven grotendeels onder water. Af en toe spuit er wat water omhoog of zijn de rugvinnen zichtbaar. Als we terug omhoog lopen attendeert een mevrouw ons op een groep dolfijnen die vlak langs de kust zwemt. Door het heldere water zijn ze goed te zien. De dolfijnen zijn nog maar net uit het zicht of in de verte is alweer een groep walvissen zichtbaar. Deze groep heeft blijkbaar wel zin om te spelen en deze springen weer vrolijk uit het water. Het blijft een indrukwekkend schouwspel, de afstand is echter te groot om knappe foto’s te maken. Weer een mooi moment voor Sander om te proberen Marieke te overtuigen van de voordelen van een spiegel reflex camera.

Op naar het regenwoud..

Tegen het eind van de middag komen we aan bij O’Reily’s guest lodge in Lamington National Park. Was even zoeken, we hadden niet verwacht dat deze helemaal aan het eind van een 23km lange weg zou zijn, midden in het regenwoud op 1000m hoogte. Als we de berg op rijden zien we een groep walliby’s in de berm. Leuk gezicht om ook eens levende te zien in het wild. Als we het terrein van de guest lodge op rijden zien we dat walliby’s in het wild niet zo heel speciaal meer zijn. Het hele gazon zit namelijk vol met de Redneck Walliby.

We checken in en de mevrouw van de balie vertelt over een tour die elke avond gehouden wordt naar een plaats waar gloeiwormen zitten. De uitleg gaat gepaard met heftige armbewegingen. Later blijken meer medewerkers van de lodge last te hebben van deze aandoening. Ziet er leuk uit hoor, maar ons engels is toch niet zo slecht dat we niet zonder het voor te doen snappen wat een ladder op en af klimmen is?

Even eten en ons klaar maken voor de tour. Het is inmiddels behoorlijk koud geworden. Graad of 13, waren we toch niet echt op voorbereid. Extra laagje aan en de 4×4 bus in om af te dalen naar een riviertje. De groep bestaaat uit ongeveer 12 mensen en we lopen met zaklampen en lantaarns het bos in. Het is echt heel donker zonder zaklamp. We zien pademelons (een kleinsoort walliby) en een hele grote boommuis. Grootte van een huiskat alleen dan als muis :) Na kwartiertje wandelen door het duister, met verhalen over elke boom en tak die we tegen kwamen, komen we aan bij een rivierbedding met allemaal kleine lichtgevende puntjes. Er zijn bankjes gemaakt en als iedereen zit gaan alle lampen uit en geeft de rivierbedding licht alsof het de sterrenhemel is. Indrukwekkend.

Erg leuk uitje, als we terug komen in onze kamer trekken we de fles champagne open die we gekregen hebben omdat we honeymooners zijn.. Aaah.. so sweet :)


Grotere kaart weergeven

Big Banana

Even boven Coffs Harbour ligt een oude bananenplantage. En wat doe je met je bananenplantage als de concurrentie van bananenboeren in de staat boven je te groot wordt? Je maakt er een pretpark van. Dus roddelbaan, opblaasbare waterglijbanen, skihal en ijsbaan aanleggen. O ja, ook nog even een rondleiding regelen voor mensen die iets over bananen willen weten. Welkom bij Big Banana.

Ach, meestal zijn wij wel in voor dat soort dingen. Alleen vonden we dat het schema maar weinig tijd bood voor grote bananen. We wilde eigenlijk de rondleiding wel doen en een keer van de roddelbaan en dan door naar Byron Bay. Bij het loket zijn alle mogelijk combikaartjes te koop, maar wij willen alleen de rondleiding. Geen bananenvideofilm, bananenmagie, bananengames en andere bananenellende. Sander is echt bananenfan, maar zelfs dit was voor hem iets te. Volgens het vrouwtje van het loket moesten we 20 minuten wachten en dan aansluiten bij de groep die net de bananenfilm en bananenmagie hadden overleefd. Wij nog even rondje gelopen en na 20 minuten terug bij de start. Is net de gids allemaal mensen de videozaal in aan het dirigeren, wij even verhaal halen. Alleen de rondleiding kan eigenlijk helemaal niet. Waarom staat dat dan op het bord, denken wij nog. Maar laten we deze aardige aussie nou niet in de war brengen. “Ach, loop maar door en ga maar naar de film dan kom je vanzelf bij de rondleiding.“, zegt de aussie verontschuldigend. De film en magie zijn van een bedenkelijk niveau en we zijn erg blij dat we daar nu niet voor hoeven te betalen. De rondleiding neemt ons mee de plantage op. Althans wat er nog van over is. Zo groot is het allemaal niet meer omdat de bananenplanten plaats hebben moeten maken voor opblaasglijbanen. We komen nog wat leuke weetjes over bananen te weten en weten nu eindelijk echt waarom ze krom zijn. De rondleiding eindigt in de ruimte waar de bananen worden verpakt en we krijgen nog een banaantje uit eigen doos.

Inmiddels is de rij bij de roddelbaan gegroeid. We moeten wat langer in de rij staan om uiteindelijk naar beneden te kunnen rodelen. Leuk experiment voor de datalogger roept Sander nog voor we naar beneden gaan.

Wat later dan gepland rijden we richt in Byron Bay. Onderweg nog even stoppen om de Esky te vullen, maar een ijsje eten op het stand is er al niet bij. We worden gezandstraald, zo hard is de wind.

Vlak voor Byron Bay stoppen we nog even bij een uitzichtpunt. Ook hier wapperen we uit ons hemd. Het punt geeft ons uitzicht over zee en in de verte zien we walvissen. Grote zwart-witte dingen komen uit het water en plonsen met veel geweld weer terug. Het is een eindje uit de kust maar de beesten zijn duidelijk te herkennen. Staartvinnetje uit het water en wat water de lucht in blazen hoort er allemaal bij. We lopen nog een stukje verder om ze te kunnen volgen, maar op een gegeven moment raken ze uit het zicht.

« Older entries § Newer entries »